De donkere dagen van Beekvliet

Beekvliet, voor veel inwoners van het dorp Sint-Michielsgestel een bekende naam. Vooral de wat oudere generatie kent Beekvliet nog als het kleinseminarie van het bisdom ’s-Hertogenbosch, een bijna onneembare vesting waar je beslist niet mocht komen als je er niets
te zoeken had. Voor velen uit Sint-Michielsgestel en omliggende gemeenten in latere jaren ook de vertrouwde en betrouwbare plaats waar ze hun middelbare schoolopleiding volgden.

Beekvliet vanaf 1817

Beekvliet stond er al in 1817 toen het bisdom er de eerste fase van haar priester- opleiding onderbracht, twee jaar na een eerdere start in 1815 in Huize Veebeek in Berlicum. En tot 1972 bleef Beekvliet kleinseminarie, waarna het, na onzekere tijden, uitgroeide tot een excellente school met een, tot op de dag van vandaag, uitstekende staat van dienst.

Beekvliet in de tweede wereldoorlog: gijzelaarskamp

Maar minder bekend is de twijfelachtige rol die Beekvliet speelde in de Tweede Wereldoorlog, tussen 4 mei 1942 en 5 september 1944. 28 Maanden lang was Beekvliet géén kleinseminarie, géén gymnasium, maar een gijzelaarskamp.
Samen met het grootseminarie in Haaren, kostschool De Ruwenberg, (ook in Sint-Michielsgestel) en Kamp Vught was het één van de vier gijzelaarskampen die de Duitse bezetter in Noord-Brabant had ingericht om Nederlanders, die in hun ogen te veel kritiek hadden op hun beleid en dus “staatsgevaarlijk” waren, op te sluiten.

Op 4 mei 1942 werden ruim 450 Nederlanders opgepakt en naar Beekvliet getransporteerd. Een heel gemêleerd gezelschap van bekende politici, schrijvers, universitaire professoren, burgemeesters, geestelijken, mensen uit het bedrijfsleven, enz. En het waren zeker niet de minsten: de schrijvers Anton van Duinkerken en Simon Vestdijk, de industrieel Frits Philips, drie van de naoorlogse minister-presidenten Willem Schermerhorn, Willem Drees en Jan de Quay, de musici Willem en Hendrik Andriessen, ze zaten allemaal als anti-verzet gijzelaar op Beekvliet, samen met honderden lotgenoten.
De bedoeling van de Duitse bezetter was hen te gebruiken als gijzelaars die met hun leven borg stonden in geval van sabotageacties door het verzet.

Dat dit geen loos dreigement was, werd al snel duidelijk. Na de aanslag op een trein in Rotterdam werden op 15 augustus 1942 vijf gijzelaars, drie uit Beekvliet en twee uit Haaren, weggevoerd naar een afgelegen plek in het bosgebied Gorp en Roovert bij Goirle waar ze in de vroege ochtend werden gefusilleerd. En twee maanden later, op 16 oktober 1942, werden nog eens drie gijzelaars, één uit Beekvliet en twee uit Haaren, samen met 12 anderen, gefusilleerd in de bossen bij Woudenberg.

Kort daarna, op 29 oktober 1942, werd een deel van de gijzelaars van Beekvliet overgeplaatst naar De Ruwenberg. Deze groep bestond uit zgn. represaille-gijzelaars, mensen die al sinds het begin van de oorlog in 1940 vastzaten in achtereenvolgens Kamp Buchenwald in Duitsland, op 16 november 1941 waren overgebracht naar het grootseminarie in Haaren en op 11 mei 1942 bij de groep gijzelaars op
Beekvliet waren gevoegd. Zij hadden een andere status: ze waren krijgsgevangenen en stonden onder bescherming van het Internationale Rode Kruis. Uit angst voor een zelfde behandeling als de anti-verzet gijzelaars vroegen ze de Duitse bezetter hen over te plaatsen.
Op dat moment had Sint-Michielsgestel dus twee gijzelaarskampen, Beekvliet en De Ruwenberg. Beide kampen werden op 6 september 1944, de dag na Dolle Dinsdag, ontruimd en de gijzelaars werden overgebracht naar Kamp Vught, waar de meesten van hen op 16 september 1944 werden vrijgelaten.

Terug naar Beekvliet.

De geïnterneerde gijzelaars zaten vast en werden met prikkeldraad en wachtposten binnen de hen toegemeten ruimte gehouden. Maar binnen dat kamp ontstonden in die 28 maanden allerlei activiteiten. Er vonden talloze gesprekken plaats tussen de vele prominente politici, professoren, geestelijken en andere maatschappelijk belangrijke personen over de structuur, die Nederland zou moeten gaan krijgen na afloop van de oorlog. Want dat Duitsland uiteindelijk zou worden verslagen en dat Nederland haar autonomie zou terugkrijgen, daar was iedereen van overtuigd. Er werd gesproken over een totaal nieuw staatsbestel waar geen plaats meer zou zijn voor de vooroorlogse verzuiling die volgens veel van de gijzelaars Nederland zo in haar greep hield. Er moest een nieuwe wind gaan waaien met nieuwe partijen. Zo werd bijvoorbeeld op Beekvliet het fundament gelegd voor de Partij van de Arbeid. Dat het na de oorlog toch anders zou uitpakken, was zeker ook te wijten aan de lange periode die nodig was om de Duitse bezetter terug te drijven naar haar eigen territorium.

75 jaar geleden, maar niet te vergeten

Inmiddels is het bijna 75 jaar geleden dat Sint-Michielsgestel op 23 en 24 oktober 1944 werd bevrijd. Binnenkort staan we daar bij stil, Canadezen en Britten die toen, met gevaar voor eigen leven, ons onze vrijheid teruggaven. Sint-Michielsgestel is hen veel dank verschuldigd. De gemeente Sint-Michielsgestel, heemkundevereniging De Heerlijkheid Herlaar, Gedenkplaats Haaren, de Stichting Oud-Gijzelaars Beekvliet en Haaren, het Noord-Brabants Museum en De Ruwenberg, ze vinden allen dat het herdenken van deze donkere dagen moet worden doorgegeven aan de generatie van nu.

Scroll naar boven